Parool: Rechter fluit gemeente Amsterdam terug rond boetebeleid vakantieverhuur

Tim Wagemakers

Het is een tik voor de gemeente Amsterdam in het boetebeleid rond vakantieverhuur: in twee zaken, aangespannen door woningverhuurders die 3000 euro moesten betalen, haalde de gemeente vorige week bakzeil.

De rechtszaken draaien om het nieuwe Airbnb-beleid, dat ingevoerd werd op 1 juli 2020. Sindsdien geldt er een meldings- en vergunningsplicht voor woningverhuur. Twee verhuurders werden binnen twee maanden na de invoering van de plicht beboet, eerst 6000 euro, later na veel publieke druk een lager bedrag: 3000 euro.

De verhuurders vonden dat niet eerlijk, temeer omdat zij niet goed ingelicht waren door de gemeente. De rechter volgt hun daarin en noemt de boete voor deze mensen ‘niet redelijk of evenredig’. Volgens de rechter was de communicatie rond het nieuwe boetebeleid van vakantieverhuur van woningen niet duidelijk. ‘De gemeente is een maand na inwerkingtreding (...) direct overgegaan tot handhaving en beboeting. Van enige communicatie vanuit de gemeente richting vakantieverhuurders (...) is niet gebleken.’

Maarten Bruinsma van Amsterdam Gastvrij, de vereniging voor B&B-houders, is blij met de uitspraak : “Je kan niet direct na het invoeren van nieuwe regels torenhoge boetes opleggen voor overtredingen, vooral als je informatievoorziening over de nieuwe regels tekortschiet. Dat voelt iedereen op zijn klompen aan, behalve de gemeente Amsterdam dus.”

Het is een nieuwe tik voor de gemeente rond het boetebeleid bij vakantieverhuurders. Al eerder verweet vrijwel de gehele oppositie verantwoordelijk wethouder Zita Pels (Volkshuisvesting) dat vakantieverhuurders met één foutje een veel te hoge boete krijgen. In het najaar verlaagde zij daarom het boetebedrag voor een eerste administratieve overtreding naar 3000 euro. Die verlaging gold met terugwerkende kracht, voor elke verhuurder die vanaf 1 oktober 2021 beboet was.

De twee woningverhuurders die nu voor de rechter stonden waren al eerder beboet, in de maand september. Voor hun gold een speciale coulanceregeling, al bleek in de praktijk dat de 3000 euro boete alsnog bleef staan. Onterecht. aldus de rechter.

Langere overgangstermijn

Onduidelijk is nog wat de uitspraak betekent voor andere Airbnb’ers die een verlaging met terugwerkende kracht hebben gekregen, al hint de rechter erop dat de gemeente een langere overgangstermijn had kunnen hanteren. Daarbij wordt verwezen naar de situatie in Weesp, die sinds 1 januari 2023 een meld- en vergunningsplicht heeft ingevoerd, maar een overgangstermijn van zes maanden heeft waarin niet wordt gehandhaafd.

In reactie laat een woordvoerder van Pels weten dat ze de uitspraken nog moet bestuderen. Bruinsma van Amsterdam Gastvrij vindt dat de gemeente nu ook bij andere vakantieverhuurders de 3000 euro boete moet terugbetalen. “Er is hier echt een mentaliteitsverandering nodig, want iedereen die niet de mogelijkheid had om tegen de gemeente te procederen blijft vooralsnog in de kou staan.”

Het boetebeleid komt voort uit de zorg van het college over de leefbaarheid in de stad, die volgens hen onder druk staat door vakantieverhuur. Als de boetes te laag zijn en er te soepel wordt omgegaan met overtredingen, bestaat er volgens de gemeente een reëel risico dat mensen zich net zo lang niet melden tot ze een keer betrapt worden.

Daarnaast is er ook een financieel argument: de verlaging van de boetes naar 3000 euro kostte de gemeente al 250.000 euro aan terugbetalingen en leidt structureel tot naar schatting 300.000 euro per jaar minder aan inkomsten. Het CDA en Volt gaan schriftelijke vragen stellen over de gevolgen van de uitspraken voor het vakantieverhuurbeleid.